Preek – voorlaatste keer

ZONDAG 24 MAART 2024 9.30 UUR IN WESTERGEEST
ZESDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD, PALMZONDAG

De dienst is te volgen via: https://www.kerkomroep.nl/#/kerken/11138

Thema: ‘Op weg naar Jeruzalem’

Lezingen uit de Bijbel: Jeremia 4: 19-27, 5:1 en Marcus 11: 1-11

Beste jongeren en ouderen,
samen gemeente van Jezus Christus,

Vandaag vieren we de feestelijke intocht van Jezus in Jeruzalem.
Een bijzonder verhaal dat nog altijd aanspreekt, misschien u en jou ook.
Het is zo herkenbaar, ook in deze tijd: Iemand die populair is wordt met veel gejuich binnengehaald.
Mensen willen graag horen bij degene die het goed doet.
Maar hoe gaat het, als er ook echt iets van jezelf wordt gevraagd.
En als het misschien moeilijk wordt, wat doe je dan?
Dit doet denken aan de situatie in ons land: En makkelijke boodschap trekt veel mensen, maar hoe gaat het als er echt oplossingen gezocht moeten worden voor de problemen?
En als je zelf ook iets moet geven?
Dan haken mensen soms snel teleurgesteld af.
De vraag is aan ons vanmorgen op deze Palmzondag: Staan wij echt open voor Jezus, voor zijn onvoorwaardelijke liefde?
Hoe ontvangen wij hem?
Het is niet alleen maar een verhaal uit een ver verleden, het kan ons eigen verhaal worden.
Maar de vraag is dan wel aan ons: Staan wij ook echt open voor Jezus, voor zijn liefde?
Halen we, zoals toen in Jeruzalem, alles uit de kast om hem te verwelkomen?
Of houden we hem toch eigenlijk maar liever een beetje op een veilige afstand?
Denken we misschien dat hij te veel van ons zal vragen, als we hem eenmaal bij ons binnengelaten hebben?
Het verhaal van vandaag over de feestelijke intocht laat zien dat Jezus heel anders is dan de mensen verwachten of graag willen.
Is dat bij ons ook zo?
Wij hebben allemaal een beeld van Jezus en dat beeld is natuurlijk beïnvloed door alles wat we hebben meegekregen en gehoord over hem.
Maar het is een beeld en klopt dat eigenlijk wel met wat we lezen in het evangelie?
In het evangelie naar Marcus horen we vandaag hoe Jezus feestelijk wordt binnengehaald.
Al eeuwenlang gaan pelgrims op weg naar Jeruzalem.
Elk jaar met Pesach komen ze uit alle windstreken om het feest van de bevrijding uit Egypte te vieren.
Zo zijn ook Jezus en zijn leerlingen o[p weg naar Jeruzalem
Jezus organiseert dan zijn eigen plechtige intocht, zoals koningen en keizers dat in die dagen graag deden om gezien te worden.
Maar als Jezus zo’n evenement regelt, weet je van tevoren dat hij er een andere draai aan zal geven.
Het gaat bij hem altijd anders dan bij de koningen van de wereld.
Om te beginnen wordt in het verhaald verteld dat Jezus twee leerlingen wegstuurt naar een dorp om daar een ezelsveulen los te maken waar nog nooit een mens op gezeten heeft.
Jezus is niet een koning die hoog op een paard zit, boven de mensen verheven.
Nee, hij zit op een ezel, teken van nederigheid en zachtmoedigheid.
Dit doet denken aan wat eerder de profeet Zacharia al heeft gezegd over een messiaanse koning die rijdend op een ezel de stad zal binnen komen.
Zo wordt ook in het evangelie duidelijk dat Jezus geen koning is van pracht en praal, van macht en geweld.
Hij is gekomen om te dienen, om er te zijn voor mensen.
Jezus komt dus op een ezel in alle eenvoud en nederigheid de stad binnenrijden.
Hij is een heel andere koning dan andere koningen en leiders, ook heel anders dan de mensen misschien verwachten en willen.
Maar toch halen ze hem vol enthousiasme binnen en zingen hem vol vuur toe: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer.’
Hosanna is oorspronkelijk een roep om hulp, maar wordt steeds meer een vreugdekreet om de hulp die mensen van God hebben ervaren, God redt.
Maar beseffen zij wel wat voor koning zij hier zo hartelijk begroeten en welkom heten?
Is dit wel waarop ze hopen?
Ze denken toch aan succes en een glorieuze overwinning?
Daar staren zij zich blind op.
Is dat bij ons ook niet vaak zo, dat we bij geloven denken aan succes en een goed resultaat?
Ook in ons persoonlijke leven: dat het erom gaat dat we het goed doen, dat we meetellen en belangrijk zijn?
Op zich is dat heel menselijk en begrijpelijk.
Maar Jezus gaat een andere weg dan de weg van eigenbelang en macht hebben.
Hij gaat heel bewust de weg van nederigheid, van de liefde die zichzelf wegcijfert en geeft, de weg van Gods barmhartigheid.
En de vraag is ook aan ons vanmorgen, gemeente, willen wij eigenlijk wel zo’n koning?
Beseffen wij wat voor koning wij binnenhalen en staan wij daar ook echt voor open?
Of willen wij liever een koning die aan onze verwachtingen voldoet?
Iemand die wij op een voetstuk kunnen zetten, als een God hoog boven ons verheven, die alles voor ons opknapt.
Een koning die doet wat wij graag willen.
Maar zo’n koning wil Jezus helemaal niet zijn.
Wij kunnen hem niet voor ons eigen karretje spannen, ons karretje van eigen belang en macht.
Wij hebben Jezus niet in ons bezit, we beschikken niet over hem.
Soms lijkt dat wel zo, als mensen heel stellig over hem praten, alsof ze hem in hun broekzak hebben.
Maar wij hebben Jezus en God niet in onze macht.
God laat zich niet opsluiten in ons denken, onze oordelen.
Ook Jezus voldoet niet aan de verwachtingen van mensen.
Hij gaat heel bewust de weg van Gods liefde en dat heeft tot gevolg dat hij ook de weg van het lijden gaat.
Had hij dat niet kunnen voorkomen.
Ja, dat had hij, als hij halverwege was omgekeerd op zijn weg.
Als hij toch had gekozen voor zijn eigen belang, voor zijn eigen zekerheid.
Maar dat deed hij niet.
Hoe kon hij die keuze maken, die niet gemakkelijk was?
Want het betekende dat hij met verzet en lijden te maken kreeg, het kostte hem zelfs zijn leven.
Ik denk dat hij die keuze kon maken, omdat hij innerlijk sterk was en zich gedragen voelde door de liefde van God.
Zoals ook de profeet Jeremia daarover schrijft.
Het gaat niet goed met het land Israël en op dit moment met onze wereld, met de aarde.
‘O bonzend hart’, zegt Jeremia, en Jezus weende over de stad Jeruzalem.
Het is herkenbaar in deze tijd.
Als je de beelden op televisie ziet van oorlog en geweld, van klimaatverandering en onrust, zou je er moedeloos van worden.
Jeremia verkondigt de net-niet totale ondergang?
Dat kan bij ons de vraag oproepen: Is er redding mogelijk?
Gelukkig staat er ook in het gedeelte uit het boek Jeremia: ‘Maar vernietigen zal Ik het niet.’
Een klein lichtpunt.
En in het vervolg wordt gevraagd of  er iemand is die rechtvaardig handelt, die naar eerlijkheid streeft.
Eén mens kan het verschil maken.
Jezus was die ene rechtvaardige  die de moed en de kracht had om aan Gods liefde vast te houden.
En zo kon Hij de moeilijke weg gaan en loskomen van de verwachtingen van anderen.
Wij leven zelf in een heel andere situatie, maar toch kunnen we de woorden op onszelf betrekken, op onze eigen situatie.
De vraag is: Hoe houden wij het vol in ons leven, met de moeilijke dingen die wij soms meemaken?
Voelen we dan ook de kracht en de liefde van God in ons?
Dan kan er heel wat gebeuren, terwijl we toch staande blijven.
Zoals ook mensen laten zien die in oorlogsgebieden mensen hulp bieden, met gevaar voor eigen leven.
Of zoals mensen die ziek zijn en verdriet ervaren de kracht voelen om door te gaan doordat ze zich gedragen voelen door de liefde van medemens of van God.
Ook Jezus moet die kracht hebben ervaren, want op deze dag van de intocht wordt al duidelijk hoe hij koning wil zijn.
Niet door zich te laten gelden en te heersen, maar door in alle kwetsbaarheid en nederigheid Gods liefde te laten zien.
Maar zo’n koning willen de mensen niet, de liefde verandert dan heel snel in haat
‘Heden hosanna, morgen kruisigt hem.’
Hoe is dat bij ons? Wat doen wij vandaag.
Halen wij hem feestelijk binnen als de koning van ons leven en gaan wij ook de weg van liefde tot het uiterste?
Of verloochenen, bespotten, veroordelen we Jezus om zijn liefde?
Misschien niet met woorden, maar wel door wat we doen?
Want daar gaat het om: Handelen wij in de geest van Jezus, geven wij zijn liefde handen en voeten in wat we doen, in hoe we met elkaar en met anderen omgaan?
Eén ding is duidelijk: Als we Jezus echt ontvangen en willen volgen, zal het bij ons nooit mogen gaan om macht en eigen belang, dan zullen we in nederigheid elkaar in liefde willen dienen.
Het verhaal over de intocht stelt dus ook kritische vragen aan ons persoonlijk en aan ons als gemeente.
Willen wij Jezus wel werkelijk binnenhalen?
Niet de Jezus die aan ons beeld en onze verwachtingen voldoet.
Maar de Jezus, zoals die in het verhaal van de intocht naar voren komt.
En ook in wat er daarna gebeurt.
De intocht van Jezus in Jeruzalem lijkt het einde: een prachtig verhaal dat uitloopt op een grote menigte die hem vol enthousiasme binnenhaalt.
Maar waar eindigt het werkelijk?
Aan het eind horen we hoe Jezus in zijn eentje in Jeruzalem komt en daarna in de tempel, waar hij alles ziet, en daarna vertrekt hij naar Betanië, alleen vergezeld van zijn leerlingen.
Daarna volgt een heel ander verhaal, dat van zijn lijden en sterven.
Zo snel kan het veranderen en kunnen mensen omslaan.
En de vraag is vanmorgen aan ons: Wat doen wij?
Volgen wij Jezus, omdat hij past in ons beeld en aan onze verwachtingen voldoet?
Hopen we op succes en zijn we gericht op ons eigen belang?
Of willen wij hem echt volgen op zijn weg van liefde, ook al kost ons dat wat?
Openen wij ons hart voor hem en komen wij los van onze eigen verwachtingen en van onze misschien vastgeroeste ideeën en veiligheid?
Hebben wij de moed en de durf om hem echt te volgen, ons hart te openen voor zijn liefde?
En vanuit de kerk de wereld in te gaan, om daar Christus te ontmoeten in onze medemens, in elkaar.
Om ons van onze schijnzekerheden los te maken, van alles wat de liefde in de weg zit?
En om in alle kwetsbaarheid er voor elkaar en voor anderen te zijn?
Dan kunnen we pas echt vanuit ons hart ‘Hosanna’ zingen!

AMEN

Wilt u per e-mail reageren; klik daarvoor HIER